Zal hij haar aanspreken? Wat zou ze – na dertig jaar – tegen hem moeten zeggen?
Cécile zit vermoeid in de vroege maandagochtendtrein nadat ze het weekend bij haar ouders heeft doorgebracht. Ze ergert zich dat ze niet op zondagavond is teruggereisd naar man en kind. De bezoekjes aan het ouderlijk huis zijn altijd behoorlijk stressvol en dan is zo’n drukke ochtendtrein het laatste wat je kunt gebruiken. In de goed bezette coupe is naast haar nog een plaatsje vrij. Maar al snel wordt deze ingenomen door een man die ze direct herkent: Philippe Leduc, met wie ze dertig jaar geleden een korte relatie had. Een relatie die bruut eindigde met een vernederende ervaring tijdens wat een romantisch weekeinde Londen had moeten worden.
Ook Philippe heeft Cécile gelijk herkend. Wat te doen in de anderhalf uur die rest tot het eindstation? Philippe en Cécile, beiden teruggeworpen op hun herinneringen, zwijgen. Wat zouden ze in vredesnaam tegen elkaar kunnen zeggen? Terwijl de lezer toegang krijgt tot de meest private gedachten nadert de eindbestemming.
Jean-Philippe Blondel (1964) studeerde Engelse taal in Parijs. Hij woont en werkt als auteur en leraar Engels in het Franse Troyes, zijn geboortegrond waarheen hij later terugkeerde. Hij heeft meerdere succesvolle romans op zijn naam staan. Zijn internationale doorbraak vond plaats met het oorspronkelijk in 2013 bij Buchet Chastel verschenen 06H41. In Duitsland zijn er inmiddels 55.000 exemplaren van verkocht. Het boek is ook in Amerika uitgebracht en nu dus voor het eerst in Nederland. Jean-Philippe Blondel is een meester in het beschrijven van het ‘gewone’ leven.